Beweging: soorten spierweefsel
Dwarsgestreepte spieren
Spieren die beenderen ten opzichte van elkaar laten bewegen, worden ook dwarsgestreepte spieren genoemd, omdat je streepjes ziet als je de spiervezels onder de microscoop bekijkt. Er zijn er ongeveer 400 in het menselijk lichaam en ze zijn vastgehecht aan de beenderen door middel van pezen.
De bekendste spier van je arm is de biceps, de 'spierbal' van je bovenarm. De biceps zit aan de bovenkant vast aan je schouderblad en in je onderarm aan het spaakbeen, dat aan de duimzijde gelegen is.
Als je je biceps aanspant, brengt hij je onderarm omhoog doordat deze gaat draaien rond het scharniergewricht van je elleboog. Er is hier dus eigenlijk sprake van technische principe van de hefboom.
Als spieren zich aanspannen, worden ze korter en dikker. Het korter worden van de spier veroorzaakt de beweging van de botten ten opzichte van elkaar. Het dikker worden van de spier zorgt ervoor dat je 'spierballen' krijgen. Spieren kunnen niet actief weer dunner en langer worden.
Om je arm weer in de uitgangspositie te krijgen, is er een spier nodig aan de andere kant van de botten. In dit geval is dit de triceps, gelegen aan de achterkant van je bovenarm. Als je de triceps aanspant, strekt de arm zich weer. Doordat je elleboog een scharniergewricht is, kan de beweging slechts in één richting plaatsvinden.
Veel spieren die aan botten vastzitten, komen in koppels voor rondom een gewricht. De ene spier is de buigspier, de andere is dan de trekspier. Deze koppels van spieren worden antagonisten genoemd.
Dwarsgestreepte skeletspieren, zoals je biceps en de triceps, kan je bewust gebruiken om bepaalde
handelingen uit te voeren. Ze staan onder invloed van je wil. Ze worden bijgevolg willekeurige spieren
genoemd.
Gladde spieren
Er zijn ook zogenoemde gladde of onwillekeurige spieren. Zij komen voor in de slagaderwanden, in de
luchtwegen en in het spijsverteringskanaal. Zij staan niet onder invloed van je wil en doen dus
automatisch hun werk. Deze spieren trekken minder snel samen en verbruiken minder energie dan
dwarsgestreepte spieren. Hierdoor worden ze ook minder snel moe.
Hartspier
Ten slotte bestaat er nog een derde spiertype: de hartspier. De structuur ervan is microscopische
gestreept, maar ze trekt automatisch samen om het bloed door het lichaam te pompen, zoals een
gladde spier zou doen. Gelukkig wordt de hartspier nooit moe.